Nieuwjaar 1948



Nuujoar, Nuujoar zeut...., Ich zaag't hie rouke..... zong ik vroeger en liep bedelend door Heitse en aan 't einde van die dag had ik 'n tas vol snoep, fruit en ook 'n paar losse cente! Die waren van deken Geurts. Bij de deken mocht je niet aanbellen. Om 11 uur verscheen de Zeer Eerwaarde zelf aan de voordeur met 'n juten zakje vol centen. Ik geloof dat er ook 'n paar knabbe tussen zaten. Op de stoep voor z'n huis stond de Heitser schooljeugd te wachten op 't moment surpreme. Hae sjmietj mit oos eige collecte-cente! was ieder jaar 't commentaar van Pap.

Nu in 2008 zou ik blij zijn met 'n land met begrip voor andere culturen. Een land waarin we 'andere' mensen ’n plek gunnen. Een land waarin de angst verdwijnt, die ook nog gevoed wordt door bepaalde personen in de politiek. En voor mezelf ? Ik heb niets te veel en niets te weinig. Vadertje Tijd kleurt mijn steeds dunner wordende haardos grijs, trekt steeds meer rimpels in mijn vel en knaagt aan mijn stramme botten. Hopelijk worden we samen oud: De tijd en ik.