De freule en de duivel.

.
.
Als oude mensen een verhaal vertellen dan zeggen ze er meestal bij dat ’t waar gebeurd is. Oude mensen die zijn niet zo voor ’t uitdenken van verhaaltjes. Die vertellen liever de verhalen die ze in hun jonge tijd hebben gehoord al ze ’s avonds rondom de schouw zaten. Dit verhaal komt ook van oude mensen (’t Is gebeurd tussen 1850 en 1865).
Op Elshof (een boerderij gelegen in ’t Limburgse dorpje Heythuysen) gingen steeds paarden dood. Daar werden wel de hele tijd nieuwe paarden gekocht, maar dan duurde ’t weer heel kort of dezelfde ziekte kwam weer terug en binnen een paar dagen was ’t beest alweer dood.
De palen die in de stal de ene krub van de andere scheidde, werden eruit gesmeten, zodat de paarden vrij konden rondlopen in hun stal. ’t Hielp niet.
De paardendokters van die tijd wisten er ook al niks tegen.
Alles werd gedaan om uit te zoeken waar de ziekte aan kon liggen; de veearts bleef dag en nacht in de stallen; de pastoor zegende de paarden en de stal, maar niks hielp.
Elshof was in die tijd ’t eigendom van ’n Freule.
Die vrouw woonde dicht in de buurt en daar moet, jammer genoeg over worden gezegd, dat ze niet met een goede naam en faam bekend stond.De mensen beschouwden haar als een soort heks of in ieder geval als een die met de duivel op de een of ander manier relaties onderhield.
En nu zullen jullie je vragen of die Freule iets te maken had met al die toestanden van die paarden op Elshof.
Tja, men kon dat als Heytser mens wel eens denken, maar dan …??
Enfin, ook hier zou de rechtvaardigheid ’t “oppendoor” winnen.
’t Was nogal verschrikkelijk geworden op dat oude Elshof.
’t Achtendertigste paard lag op sterven.maar toch was er iets of ’t beest niet dood kon gaan. Van spuitjes geven en zo, hadden ze in die tijd nog geen verstand van en zo lag dat arme beest te creperen en met zijn benen te slaan en te stuiptrekken.
De pachter en zijn vrouw stonden er bij te grienen en wisten gewoonweg geen raad, hoe dat dier daar lag te lijden en niet aan zijn einde kon komen. Maar opeens schrokken ze allebei zo heftig, dat de vrouw in de boer zijn arm flauw viel en de boer alleen maar zag hoe ’t paard zich wild had omgegooid, een vreemd, krijsend geluid liet horen en in volle vaart naar buiten vloog.
Toen de boer een half uur later van zijn schrik was bekomen, ging hij eens naar buiten kijken en daar zag hij zijn paard in de wei rondspringen als ‘n veulen, alsof er niks was gebeurd.
De paardendokter die erbij werd gehaald zag dat ’t beest helemaal genezen was, en de boer en de boerin konden hun geluk niet op.
Maar wat heeft dat alles nu mèt die Freule uit te staan?
Op die bewuste dag, zo heeft men later gehoord, en ook op datzelfde uur, heeft ene bruine pater bij die Freule de duivel uitgedreven. Dat spreekt toch wel boekdelen.
Ik vergeet jullie nog te vertellen, dat die Freule tevoren iedere keer zelf het paard betaalde, dat dood was gegaan. Zo had de paardstransactie daar in ieder geval niet iedere keer een strop aan. Of bestond die er toen misschien nog niet?
En verder? Nee, daar gebeurde niks meer. Alleen werd op de staldeur een kruis gekalkt, jullie hebben ze wel eens gezien, die witte kruizen? De Freule was op slag veranderd in een braaf mens, dat veel goed heeft gedaan aan armen en aan de kerk. En Elshof …… dat moet een zeer bloeiend bedrijf zijn geworden.

Een oud Heytsers verhaal geschreven door ene Sjeng Kierkels en vertaald door Riny Kierkels.