In mijn jonge jaren stond bij ons in de keukenkast een ‘fles’ waarin rauwe levertraan zat. In de winter moest je dan van je moeder een lepel van dat smerige spul doorslikken. Een fysiek bijna onmogelijke opdracht want ‘het’ zag er niet uit, rook verschrikkelijk en smaakte in het kwadraat nog erger dan erg.
De fles had een etiket,waarop je kon zien dat het spul van walvissen werd gemaakt en het was waarschijnlijk gekocht bij de drogist of apotheek en rond de hals zat wat aangekoekte olie. Uiteraard slikte mijn moeder dat spul niet want veel later heb ik begrepen dat de levertraan alleen voor kinderen bedoeld was. Er zaten vitamines in die je in de donkere wintermaanden te weinig binnenkreeg. Kinderen met te weinig vitamine D kregen de Engelse ziekte, je groeide helemaal krom. Na de vieze lepel mocht ik een lepeltje suiker eten. De smaak van de traan was echter in geen uren weg te krijgen. Later, toen ik wat ouder was, kwam er ‘Halitran‘ op de markt met sinaasappelsmaak en capsules zodat je niks meer proefde. Wat een luxe!
De fles had een etiket,waarop je kon zien dat het spul van walvissen werd gemaakt en het was waarschijnlijk gekocht bij de drogist of apotheek en rond de hals zat wat aangekoekte olie. Uiteraard slikte mijn moeder dat spul niet want veel later heb ik begrepen dat de levertraan alleen voor kinderen bedoeld was. Er zaten vitamines in die je in de donkere wintermaanden te weinig binnenkreeg. Kinderen met te weinig vitamine D kregen de Engelse ziekte, je groeide helemaal krom. Na de vieze lepel mocht ik een lepeltje suiker eten. De smaak van de traan was echter in geen uren weg te krijgen. Later, toen ik wat ouder was, kwam er ‘Halitran‘ op de markt met sinaasappelsmaak en capsules zodat je niks meer proefde. Wat een luxe!
De hoogtezon voorzag de naoorlogse kinderen ook van de noodzakelijke vitamines. Hier zie je zonnebadende kinderen in Bunde.